Wat is een data platform eigenlijk?
In het verleden werden nogal eens ‘clubjes’ opgericht als mensen of organisaties een bepaalde gedeelde interesse hadden of gelijke belangen. Zo zijn er veel clubjes ontstaan. Bijvoorbeeld om samen wekelijks te kunnen voetballen of toneelspelen. Maar ook clubjes van bijvoorbeeld apothekers en makelaars.
In de huidige tijd zien we vooral op Internet clubjes ontstaan vanuit een sociale behoefte en gedeelde interesses. Het principe is simpel. Je sluit je aan bij zo’n clubje, je geeft iets en krijgt daar wat voor terug. Je zou kunnen zeggen dat de huidige term ‘platform’ synoniem staat voor zo’n clubje.
In dit artikel zal worden ingegaan op platformen die initieel zijn ontstaan uit de behoefte aan specifieke data en om die data met elkaar te delen. Kortom “data platformen”. Dat wil overigens niet zeggen dat je altijd een platform (clubje) nodig hebt om data te delen. Ook daar wordt op ingegaan.
Waarom een data platform?
De behoefte aan een platform ontstaat als er meerdere gelijksoortige partijen of mensen nodig zijn om ‘iets’ te kunnen (gelijkgestemden). Wat dat precies is zal je af moeten spreken. Het zal veelal in het teken staan van een gedeelde interesse en/of gelijke belangen. Degene die zich aansluiten op het platform hebben er dus met elkaar voordeel van. Belangen kunnen zo vanuit een sterker collectief behartigd worden. Één plus één is hier letterlijk meer dan twee. En twee weten ook letterlijk meer dan één. De win-win ligt dan aan de oppervlakte omdat er een direct belang is. Bij een indirect belang is dat (veel) lastiger. Denk hierbij aan optimalisatie verder in de keten. Hierbij zijn er wel belangen maar die worden niet direct ervaren. Zie hiervoor ook het onderdeel ‘Platform en Ketenintegratie’.
Onderdelen van het Data platform
Een niet te onderschatten consequentie bij het ontstaan van een data platform is dat er standaardisatie van begrippen en afspraken wordt geïntroduceerd. Dit zorgt ervoor dat de aangesloten partijen onderling afspreken waarvoor en wanneer het platform gebruikt wordt en dat dezelfde technische taal gesproken wordt. Dit laatste betreft zowel het technische communicatieprotocol als de definities van de data.
Eenheid van taal (standaardisatie)
Als de eenheid van taal voldoende is om het doel te bereiken, dan zou je kunnen volstaan met één op één communicatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bestellingen van producten waarbij het computersysteem van de besteller een bestelbericht stuurt naar de leverancier. Je maakt dan afspraken met elkaar over de inhoud van het bestelbericht en de te gebruiken techniek. Door het beperkt aantal betrokken partijen is dat relatief eenvoudig. Dit is een simpele vorm van Electronic Data Interchange. Zie hiervoor ook ‘Wie mogen aansluiten op het data platform’.
Het wordt veelal complexer als er meerdere partijen betrokken zijn. Er zal dan consensus moeten zijn over de te gebruiken techniek, berichten en de informatie in die berichten. Het is dan efficiënter om de berichten en de techniek te standaardiseren. Een soort centrale die:
- de verbindingen tot stand brengt;
- voorschrijft in welke taal er wordt gesproken;
- voorschrijft waarover er gesproken wordt.
Aan de deelnemers kan je dan eisen stellen waaraan zij moeten voldoen. Denk dan aan wie aan mogen sluiten, waarvoor, wanneer dat kan/mag en hoe.
De ervaring leert inmiddels dat het enorm helpt als partijen die aan willen sluiten keuzevrijheid hebben qua techniek. De één is geholpen met een compleet softwarepakket, de ander wil zijn eigen software gebruiken en is met een Application Program Interface (API) geholpen.
Standaardisering alleen voldoende?
Het is dus goed mogelijk dat het standaardiseren alleen al voldoende is om het doel te bereiken. Een voorbeeld hiervan is een alarmsysteem die uit een centrale unit bestaat van fabrikant a, bewegingssensoren van fabrikant b en een sirene van fabrikant c. Voor de werking van het alarmsysteem is het communicatieprotocol en de berichten gestandaardiseerd. Dat is voldoende voor de werking van het systeem.
Er zijn ook situaties waarin het doel vereist dat op basis van de data van de deelnemers inzichten worden verkregen. De vraag die men bijvoorbeeld wil beantwoorden is ‘hoe vaak gaat gemiddeld een alarmsysteem af’. Hiervoor is dan data nodig van alle gebruikers van een specifiek alarmsysteem of wellicht van alle alarmsystemen. De vraag die dan rijst is of hier een centrale database voor nodig is met alle alarmsignalen. Of dat de vraag ook beantwoord kan worden met bijvoorbeeld een verwijsindex. Hierin staat dan alleen aangegeven wie welk alarmsysteem gebruikt en hoe die benaderd kan worden.
Database of verwijsindex
Bovenop het standaardiseren kan er behoefte zijn aan meer informatie om bijvoorbeeld een compleet beeld te verkrijgen. In de vorige alinea is daar al een voorbeeld van gegeven. Maar je kan ook denken aan een compleet beeld van woningen die te koop staan, alle geneesmiddelen die te verkrijgen zijn of alle artikelen die je in de supermarkt kan kopen. Telkens rijst de vraag of hiervoor een centrale database opgezet moet worden. Of dat een verwijsindex met een index van adressen, waar de bewuste data zich bevindt, voldoende is.
Bij de genoemde voorbeelden is het in grote mate gewenst dat de data door de keten gebruikt kan worden. Daarvoor zijn zogenaamde Data Alignment Services (DAS) ontwikkeld die de data door de keten synchroniseren.
Zodra het gevoelige data betreft zijn de DASsen eigenlijk minder geschikt omdat dan het autorisatie-vraagstuk (wie mag wat zien of wijzigen en wanneer) een zeer belangrijke rol speelt. Denk bijvoorbeeld aan het geneesmiddelengebruik van een specifiek persoon. In zo’n geval ben je verplicht om maatregelen te nemen om ongewenste kopieën van die data te laten ontstaan.
Datakwaliteit
De gebruikers van een platform moeten kunnen vertrouwen op de kwaliteit van de data die uit het platform komt. Dan hebben we het hier niet alleen over de juistheid van de data maar ook over de actualiteit, compleetheid en beschikbaarheid. Onder actualiteit wordt veelal realtime* bedoeld maar dat hoeft natuurlijk niet. Dit is afhankelijk van het doel van het platform. Maar voor inzage in bijvoorbeeld de huidige voorraad is actualiteit belangrijk. Met beschikbaar wordt veelal bedoeld dat het data platform eenvoudig en snel toegankelijk gemaakt is. Dit vereist eigenlijk dat het platform ‘open’ is en nauwelijks eisen stelt aan de gebruikte techniek zoals hardware, operating systeem, programmeertaal, etc. Onder compleetheid wordt verstaan dat het platform beschikt over een compleet beeld van wat er wordt beloofd.
* met realtime wordt bedoeld dat de data, zodra het is gecreëerd, direct beschikbaar is.
Data platformen en juridische aspecten
Bij dataplatformen spelen vaak een aantal juridische aspecten een rol. Denk hierbij aan privacy aspecten en mededinging maar ook aspecten die over het eigendom van de data gaan.
Data platformen en mededinging
Mag je deelnemers weigeren?
In het DNA van een data platform is het zogenaamde win-win-gen ingebakken. Toch zullen er regels nodig zijn om het platform te kunnen laten functioneren zoals het is bedoeld. Wie mogen er bijvoorbeeld aansluiten en onder welke voorwaarden. Maar ook welke informatie verplicht en optioneel is. Zodra het platform over een bepaalde marktmacht beschikt komt de mededinging geheid om de hoek. Kan je dan bijvoorbeeld nog steeds bepaalde geïnteresseerden verbieden om te mogen aansluiten.
Concurrentie verstorend gedrag
Daarnaast kunnen er afspraken gemaakt zijn om het data platform op een specifieke datum te operationaliseren. Als daar bepaalde marktpartijen bij betrokken zijn, dan zullen zij niet beperkt mogen worden in hun concurrentiestrijd. Een gelijk speelveld creëren en houden is dan het credo.
Lijstprijs is consumentenprijs
Een data platform heeft veelal de mogelijkheid om lijstprijzen te communiceren. Veelal vormen de lijstprijzen de basis waarop commerciële afspraken worden gemaakt. De prijs die daadwerkelijk betaald wordt wijkt dan dus af. Zodra de lijstprijzen daadwerkelijk richting consument gehanteerd worden zal dit zeker de aandacht van de ACM trekken. En mogelijk gezien worden als ‘prijsafspraak’.
Data platformen en privacy
Beveiliging speelt bij platformen bijna altijd een zeer belangrijke rol. Het wordt extra belangrijk als er privacy gevoelige data gedeeld wordt met behulp van het platform. Hierdoor valt het data platform onder de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en ben je eigenlijk verplicht om een privacy beleidskader op te stellen en privacy impact assessments uit te voeren. Privacy wordt heel vaak als lastig en moeilijk ervaren maar er is heel veel mogelijk mits je daar open en transparant over bent. Er zullen wel maatregelen genomen moeten worden om privacy gevoelige informatie te beschermen. Denk dan aan het minimaliseren van privacy gevoelige datasets waarbij uitsluitend op verzoek (on demand) deze data beschikbaar wordt gesteld. Zie hiervoor ook het onderdeel ‘Privacy Management’.
Data platformen en data eigendom
Data wordt vaak als het nieuwe goud gezien. En goud heeft waarde. Vaak rijst de vraag dan ook van wie het goud is. Het eigendom daarvan is dan een belangrijk vraagstuk. Los van het feit dat data-eigendom eigenlijk niet bestaat, weet (bijna) iedereen wel wat hiermee bedoeld wordt. Belangrijker in deze is wellicht dat de eigenaar (veelal) bepaalt wie wat mag met zijn data. Wie mag het lezen, wijzigen, verwijderen.
Bij data platformen zie je vaak dat de bron ‘eigenaar’ is van de data die zij in het data platform plaatsen. Het komt ook voor dat de brondata vermengd wordt met andere brondata en dat daarmee het eigendom wijzigt. Een ander voorbeeld is dat het data platform ‘gratis’ beschikbaar wordt gesteld in ruil voor het eigendom van de data. Denk hierbij aan sociale media. Het data eigendom is dus afhankelijk van wat je afspreekt. Belangrijk hierbij is het doel van het platform, de doelgroep en het business model.
Financiering van het Data platform
Het lijkt logisch dat de deelnemers aan het platform ook voor de initiële financiering zorgen en dat gebeurt ook meestal. Het kan zelfs tot de oprichting van een nieuw clubje leiden. Bij het financieringsvraagstuk komt ook al snel de vraag of alle deelnemers een gelijk bedrag inbrengen of niet. In het laatste geval wordt er dan veelal voor gekozen om het sociale principe te hanteren. Maw de breedste schouders dragen de zwaarste lasten. Waarmee veelal ook de belangen evenwichtiger worden weergegeven. Een ‘grote’ deelnemer heeft meer profijt van het data platform dan een ‘kleine’. Er zijn ook voorbeelden waarbij de deelnemers aan het platform in natura betalen. Denk aan bijvoorbeeld de ‘gratis’ sociale media. De deelnemers betalen dan plat gezegd door inbreng van hun (privacy gevoelige) data. En met die data wordt het benodigde geld verdiend.
Als het platform succesvol is en het aantal aangesloten partijen toeneemt dan kan het oorspronkelijke doel van het platform onder druk komen te staan en daarmee ook de financiering van het platform. Bij de uitleg over de financiering van het vastgoed data platform wordt hier op ingegaan.
Er zijn inmiddels al heel veel data platformen en standaarden beschikbaar. Daar is mogelijk gebruik van te maken. Het financieringsvraagstuk zal dan voor een belangrijk deel betrekking hebben op wat er nog niet is. En wat je daarmee zelf zou moeten ontwikkelen.
Platform en ketenintegratie
Zodra een platform succesvol is, dan komt veelal ook het vraagstuk van voorwaartse en/of achterwaartse integratie. Als de deelnemers daar voordeel van hebben dan ligt een aansluiting van die ketenpartijen op het platform voor de hand. Maar dat kan ook betekenen dat het platform van de ketenpartij aan het data platform gekoppeld wordt. Dit is alleen lastig zodra het voordeel niet in evenwicht is. Het gebeurd dan simpelweg niet of er zullen incentives moeten gaan komen. Zie hiervoor ook ‘Ketenintegratie en het farmaceutisch platform‘ en ‘Ketenintegratie en het vastgoed platform‘.
Wie mogen aansluiten op het data platform?
De platform eigenaar kan uiteraard bepalen wie aan mag sluiten op het platform. Hierbij kan je onderscheid maken tussen partijen die de input van het platform verzorgen en partijen die gebruik maken van de output. En natuurlijk kan en mag je eisen stellen aan deze partijen mits die generiek toepasbaar zijn. Het wordt bedenkelijk als je partijen op basis van willekeur of (ik noem het maar) etniciteit de toegang ontzegd. Hiermee bedoel ik dat, een partij geen toegang krijgt omdat je die niet aardig vindt. Of omdat de partij behoord tot een groep waar je bedenkingen bij hebt. De mededingingswetgeving kan hier dan in het geding komen.
Voorbeelden van data platformen
De afgelopen jaren zijn er veel platformen ontstaan. In deze blog bespreken we twee data platformen. Het farmaceutisch- en het vastgoed data platform. Deze data platformen zijn door de primaire gebruikers (apothekers en makelaars) opgericht en door hun brancheorganisatie ontwikkeld. Nadat het succesvolle platformen zijn geworden zijn deze vervolgens van de brancheorganisatie afgesplitst. En zijn zij verder gegaan als commerciële bedrijven waarvan de aandelen overigens volledig in handen van de brancheorganisatie zijn gebleven. Zie hiervoor de websites van Z-Index en brainbay.
1. Farmaceutisch data platform
In de farmacie is vanuit de apothekersvereniging KNMP een data platform opgezet, KNMP-Geneesmiddelendatabank genaamd. Het primaire doel hiervan was de behoefte van de apothekers aan een gezamenlijke prijslijst (mededinging!) en ondersteuning bij het veilig afleveren van de geneesmiddelen. Met behulp van de prijslijst wisten de apothekers welke vergoeding zij zouden ontvangen bij het afleveren van de middelen. Om de middelen ‘veilig’ af te leveren was vooral behoefte aan een geautomatiseerde controle op interacties, contra-indicaties, dubbelmedicatie, etc. Bij aanvang ondersteunde het farmaceutische data platform vooral het afleveren en declareren van geneesmiddelen door apotheken. De apothekers liepen hiermee voorop in hun automatisering.
De actualiteit van het farmaceutisch data platform wijkt af van wat vaak gehanteerd wordt. Deze is niet realtime maar gekoppeld aan een maandcyclus. De data wordt gedurende een maand geüpdatet en vervolgens aan de markt beschikbaar gesteld. Zie voor een uitgebreide beschrijving van het farmaceutische data platform de blog hierover.
Wie mogen aansluiten op het farmaceutisch platform
Er is voor partijen eigenlijk geen belemmering om aan te sluiten op het farmaceutisch platform. De aansluitvoorwaarden zijn generiek toepasbaar op zowel de dataleveranciers. In dit geval zijn dat met name de farmaceutische bedrijven die geneesmiddelen produceren. Die hebben er belang bij omdat het geneesmiddel dan automatisch in het computersysteem van artsen, apothekers, zorgverzekeraars en groothandels is opgenomen. Het voorschrijven, bestellen en declareren van het geneesmiddel wordt dan eenvoudig gemaakt. De farmaceutische bedrijven betalen voor de aansluiting op het platform. De data wordt vervolgens verrijkt (voor met name de medicatiebewaking) en aan de artsen en apothekers beschikbaar gesteld. Die betalen voor het gebruik van de complete dataset. Eigenlijk kan iedereen gebruik maken van de dataset. Het gebruik is bijvoorbeeld niet gekoppeld aan het lidmaatschap van de apothekersorganisatie.
Financiering van het farmaceutisch platform
De apothekers hebben met elkaar (via de apothekersvereniging) de bouw en het beheer van het data platform gefinancierd. Voor die financiering was de kracht van het apothekers-collectief randvoorwaardelijk en dat collectief was groot. Bijna alle apotheken in Nederland waren en zijn lid van de KNMP. De apothekers kozen ervoor om het data platform met elkaar te ontwikkelen en de software voor het apotheekinformatiesysteem door marktpartijen te laten ontwikkelen. Die software maakte dan wel gebruik van de data uit het data platform.
Ketenintegratie en het farmaceutisch platform
Vanuit de ketenintegratie was het voor de apothekers een logische vervolgstap om huisartsen te gaan koppelen op hun eigen apotheekinformatiesysteem. Voordeel hiervan was dat de recepten geautomatiseerd afgehandeld konden worden. Het data platform diende daarvoor wel mee te evolueren en ook het voorschrijven (op stofnaam) door artsen te ondersteunen.
Farmaceutische groothandels hadden bij de apotheken stand-alone bestelsystemen staan en de apothekers wilde die graag koppelen aan hun eigen apotheekinformatiesysteem. Doel hiervan voor de apothekers was een geïntegreerd systeem ook voor de logistiek in de apotheek. Denk hierbij aan voorraadbeheer en ondersteuning van het bestelproces. Voor de farmaceutische groothandels was een geoptimaliseerd logistiek proces (foutreductie) een belangrijk doel. Het platform werd daarvoor uitgebreid met logistieke kenmerken zoals een barcode. Voorschrijven, afleveren, declareren en bestellen was hiermee een samenhangend geheel geworden.
Voor het farmaceutisch data platform lagen de uitbreidingen voor de hand en hadden de apothekers hier direct voordeel van. Het betrof hier met name concurrentie-onafhankelijke data waarmee ook de efficiëntie in de apotheek werd verhoogd.
2. Vastgoed data platform
Voor een makelaar is actuele vastgoedmarktkennis cruciaal om zijn/haar werk goed te kunnen doen. Dat begint al bij het verkrijgen van een opdracht tot het in verkoop of verhuur nemen van een woning of commercieel vastgoed. Maar ook bij het taxeren van vastgoed voor het verkrijgen van een hypothecaire lening. In de tijd dat er nog geen automatisering was deelde bevriende makelaars hun marktkennis met elkaar. Het is nog niet zo heel lang geleden (weliswaar de vorige eeuw) dat een consument zich bij een makelaar inschreef en de makelaar dan een zoekopdracht kreeg om een woning te zoeken die aan de genoemde eisen voldeed. Achter de schermen wisselde de bevriende makelaars hun aanbod én transacties uit zodat zij de match konden maken.
Met de komst van Internet is dat zoeken inmiddels wel veranderd. Het uitwisselen van de vastgoeddata tussen makelaars is nog steeds één van de belangrijkste zaken. Het vastgoed data platform speelt dan ook een zeer belangrijke rol bij het in de markt zetten van nieuw aanbod. Zo is het de levensader van funda maar ook het fundament op basis waarvan de makelaars hun marktanalyses doen. Denk dan aan een overzicht van actueel aanbod maar ook van recente transacties. Op basis hiervan kan de waarde van het vastgoed mede worden bepaald, het object in de markt worden gezet of aangekocht. Door de data van de makelaars tevens te verrijken met andere databronnen, van bijvoorbeeld het Kadaster, CBS, ruimtelijke plannen, etc ontstaat een onmisbaar stuk gereedschap.
Voor meer informatie over het ontstaan en werking van het vastgoed data platform, klik hier.
Wie mogen aansluiten op het vastgoed platform
Als dataleveranciers mogen op het vastgoed data platform alleen makelaarskantoren aansluiten. Bij aanvang waren dat alleen de leden van makelaarsvereniging NVM. De NVM-leden gaven elkaar zo inzage in hun actuele aanbod en transacties. Maar ook om hun aanbod op funda te tonen. Later zijn daar de leden van VBO, VastgoedPRO en de ongebonden makelaarskantoren bijgekomen. Zodat ook zij hun aanbod op funda konden plaatsen.
Afnemers van de data zijn de NVM-leden en partijen die onder bepaalde voorwaarden de data mogen gebruiken. Denk dan bijvoorbeeld aan gemeenten in het kader van de WOZ. Of de NAM in het kader van de schadeafhandeling in het aardbevingsgebied.
Daarnaast is er een dienst ontwikkeld waarbij taxateurs op basis van adresgegevens, de waarde van een woning inclusief referenties kunnen opvragen.
Financiering van het vastgoed platform
De initiële bouw en het beheer van het vastgoed data platform is door de makelaars met elkaar (via de brancheorganisatie) gefinancierd. Ook hier was een omvangrijk (makelaars)collectief beschikbaar. De makelaars kozen er in beginsel echter voor om zowel het vastgoed data platform als het makelaarsinformatiesysteem voor het makelaarskantoor, zelf te ontwikkelen. Dit laatste zorgde voor enorme spanning in de club en hoge ontwikkel- en beheerkosten. Omdat je vanuit de club onmogelijk kon voldoen aan de eisen van alle leden. Later is besloten om het makelaarsinformatiesysteem door marktpartijen te laten ontwikkelen.
Het belang van het vastgoed data platform is in de loop der tijd toegenomen door gewijzigde omstandigheden. Initieel was het platform alleen voor NVM-leden beschikbaar om kennis met elkaar te delen. Met de komst van funda, als één van de aangesloten partijen op het platform, is er eigenlijk een tweede ‘primair’ doel geïntroduceerd met grote consequenties voor de fundamenten waarop het platform is gebouwd. Denk alleen al aan wie er op het platform mogen aansluiten! De kosten van het vastgoed data platform werden hierdoor gespreid over meer aangesloten partijen.
Ketenintegratie en het vastgoed platform
De ketenintegratie bij het vastgoed data platform staat eigenlijk nog in de kinderschoenen. Er zijn weliswaar mogelijkheden om ketenoptimalisatie te bereiken maar daarvoor zal bijvoorbeeld samenwerking met notarissen en hypotheekintermediairs moeten worden gezocht. De win-win-win lijkt eenvoudig bereikt te kunnen worden maar is nog niet het geval.
Data platformen en Denova
Wilt u meer weten over data platformen of specifiek over de hierboven genoemde initiatieven neem dan contact met ons op. Stuur een e-mail naar info@denova-online.com, bel 06 – 53 65 65 03 of klik hier.